Skip to main content

Certificaat

CERTIFICAAT ADEM- en ONTSPANNINGSTHERAPIE

Vanaf December 1999 wordt de leergang afgesloten met een Certificaat Adem- en Ontspanningstherapie, Methode Van Dixhoorn. Dit wordt verleend op gezag van een onafhankelijke en deskundige adviesraad, die het eindverslag over de gehele leergang en de casus heeft goedgekeurd.

De adviesraad bestaat uit:

  • drs A.T.M. Bernards, arts Nederlands Paramedisch Instituut te Amersfoort en Hogeschool van Arnhem en Nijmegen te Nijmegen
  • drs A.G. Bouwmeester, voormalig adviserend geneeskundige te Schiedam
  • drs W.J. Scheffers, docent/onderzoeker Lectoraat Bewegen, gezondheid en welzijn Hogeschool Windesheim Zwolle

Het certificaat vermeldt de volgende vier kenmerken:

  • de afgestudeerde heeft in het eindverslag over de gehele opleiding getoond zich de adem- en ontspanningstherapie eigen gemaakt te hebben, als op zichzelf staande methode en heeft inzicht in de toepassingsmogelijkheden
  • heeft getoond vaardigheid te hebben in het (groepsgewijs) geven van adem- en ontspanningsinstructie en het uitvoeren van handgrepen ademtherapie, afgestemd op de individuele persoon
  • is in staat de individuele ervaringen te begeleiden en heeft getoond kennis te hebben van de verschillende processen die kunnen optreden
  • is in staat tot het inzichtelijk en helder rapporteren over de toepassing van adem- en ontspanningstherapie

Middels het eindverslag geeft de cursist inzicht in de veranderingen die als gevolg van het volgen van de leergang zijn opgetreden, 1) in het persoonlijk functioneren en 2) in de manier van werken (zie de antwoorden van cursisten op de vraag 'wat is procesmatig werken').

In de casus wordt met behulp van een daartoe opgesteld formulier aangegeven

  • welke problemen het betreft
  • of er een ingang is gevonden, zo ja waaruit bestaat deze
  • welke processen functioneel of dysfunctioneel bleken te zijn opgetreden
  • welke beperkende voorwaarden hiertoe aanwezig bleken te zijn, of juist niet beperkend bleken te zijn; d.w.z. de marge voor zelfregulatie binnen de omstandigheden van psychische, sociale of medische aard,
  • wordt aangegeven in welke mate er veranderingen in de problemen ontstaan
  • conclusie: stoppen of doorgaan; welk niveau van overspanning er is