Van Dixhoorn centrum draagt opleiding over aan NPi
Wij berichten jullie vandaag met groot nieuws: het Van Dixhoorn centrum draagt de uitvoering van de opleiding over aan het Nederlands Paramedisch instituut (NPi). Op 28 februari hebben wij hierover een overeenkomst gesloten met het NPi, dat per 14 maart de volledige opleiding overneemt. Dit betekent dat het NPi, naast deel 1 van de opleiding, in de toekomst ook deel 2 en 3 gaat aanbieden.
Waarom deze overgang?
Deze overgang is een belangrijke stap richting het waarborgen en voortzetten van de opleiding en het gedachtegoed van de Methode Van Dixhoorn. De organisatie van de opleiding vraagt meer van ons dan wij op dit moment kunnen bieden. Daarbij wordt Jan in april 75 jaar en daarmee is het tijd om het stokje door te geven. Dit was geen eenvoudige beslissing, maar is wel het beste besluit voor onze (toekomstige) cursisten.
Wat betekent dit voor de huidige cursisten?
Deze overgang heeft geen gevolgen voor de lopende delen van dit jaar. Alle drie de delen van de opleiding worden nog afgemaakt door het centrum. De cursisten krijgen de mogelijkheid om het betreffende deel goed af te ronden en bij het NPi in te stromen voor het eventuele vervolg. Voor de huidige cursisten in deel 3 betekent dit dat zij als laatste groep afstuderen en ‘als vanouds’ hun certificaat behalen bij het centrum. De certificeringsdag zal plaatsvinden op 3 november 2023.
Van Dixhoorn opleiding volgen bij NPi
Al het lesmateriaal wordt overgedragen aan het NPi en wij hebben hen toestemming verleend om dit lesmateriaal te gebruiken. Dit geldt ook voor de Merken van de methode, zoals het logo en de naam. Het Van Dixhoorn centrum blijft wel eigenaar van het lesmateriaal en eventuele wijzigingen hierin gaan in overleg met ons. Tot slot gaan ook alle docenten over naar het NPi.
Voor dit jaar zijn er nog enkele plekken beschikbaar voor Deel 1, die start op 31 mei aanstaande in Doorn. Voor nadere informatie klik hier
Vanaf januari 2024 wordt de nieuwe opleiding voor deel 1, 2 en 3 gepland door het NPi en aanmelding hiervoor verloopt via hun website (klik hier).
Vragen?
Alle informatie rondom de overgang verzamelen wij op deze webpagina. Hier zullen wij updates plaatsen rondom de ontwikkelingen en ook veel gestelde vragen beantwoorden. Houd daarom deze pagina in de gaten voor meer nieuws.
Wij zijn zeer verheugd met deze overgang en wat dit betekent voor de opleiding en de Methode Van Dixhoorn. Het centrum blijft gewoon bestaan en zal ook in de toekomst een rol hebben. Welke rol dit precies is en hoe wij hier invulling aan gaan geven, daarover zullen wij ons de komende periode beraden. Hierover later meer.
Wij bedanken alle betrokkenen voor hun geduld, begrip en welwillendheid.
Met vriendelijke groet,
Jan en Irmgard van Dixhoorn
Veel gestelde vragen
Om bij het NPi met de opleiding te kunnen starten dient men paramedicus te zijn, of een HBO-opgeleide niet-paramedicus die tevens voldoet aan de PLATO-eisen. Voor de algemene voorwaarden en cursusvoorwaarden van het NPi zie de website van het NPi.
In de loop van de laatste jaren (sinds 2017) zijn de zorgverzekeraars (VGZ) strenger geworden bij
het erkennen van een gedegen opleiding. Voor BIG geregistreerde beroepen (fysiotherapeuten,
verpleegkundigen, logopedisten) gold dat al jaren, maar 2017 werd ook voor complementaire
zorgverleners, waar wij onder vallen, het laatste jaar dat uitzonderingen werden getolereerd.
Vanaf 2018 moest je een erkende opleiding hebben als behandelaar of een erkend HBO-diploma
bezitten en volgens de PLATO-eisen bijgeschoold zijn; zie klik hier. Daarom verlieten veel mensen
het register. Deze regeling is de beste borg. De Wkkgz bevestigde dit nog een keer.
Het NPi volgt deze lijn precies met hun toelatingscriteria (erkend paramedicus of niet erkend
paramedicus, maar wel een erkende HBO-opleiding en een diploma van de voltooiing van de
PLATO-eisen).
De beste borging bestaat uit het maatschappelijk beeld dat bijgesteld mag worden over de inhoud
van dit vak, de mogelijkheden en onmogelijkheden. Dit is aan ons allen! Het enthousiasme mag
onder woorden gebracht worden, we zijn werkelijk ‘complementair’.
Om een aparte beroepsgroep te blijven handhaven is onderlinge samenwerking belangrijk.
Toelichting:
Het probleem (voor ons) is dat het centrum heeft toegelaten dat mensen hun oude beroep
aanhielden en op die grond hun erkenning als behandelaar hielden, en dat wij niet zoals
osteopaten, chiropractoren en haptonomen doen in hun opleiding dat zij de cursisten verplichten
voortaan alleen het nieuwe beroep te gebruiken. Het AOS-register is dus gemengd: mensen die
vooral hun reguliere beroep aanhouden (voor wie dus ons register een extra verplichting is) en
mensen die als enige beroep de methode Van Dixhoorn hebben, vaak plus een andere opleiding
zoals de CSR-methode. Voor de meesten is het bijzaak, maar ze zeggen dat het ‘t liefst is wat ze
doen, of dat het de basis voor hun behandeling is. Het is voor velen lastig om op basis van hun
werk met de methode voldoende inkomen te genereren.
Ik ben hier wat ongelukkig mee, want mijn oorspronkelijke doel van de opleiding was uitdrukkelijk
docenten toe te laten en een rol als begeleider te spelen. Ik herinner mij inspirerende voorbeelden
hiervan: een docent Nederlands uit Limburg die contact kreeg met een zwaar depressieve
Afghaanse vrouw, die door haar begeleiding en nadruk op wat zij zelf voelt weer een lichtpuntje
zag en beslissingen nam voor haar zelf. Een pianiste uit het noorden, die muziek had
gecomponeerd voor bij de oefeningen en les gaf aan mensen uit het vluchtelingenkamp. Een
yogadocent uit Tilburg die met een patient aan de deur kwam (na herhaaldelijk telefonisch advies
van mij), met een spierziekte in buiklig op een brancard, die we samen behandelden, waarna hij
weer verder kon.
Er zou zoveel meer te doen zijn met het ‘bijzondere’ vak dat ze beoefenen. Ik heb goud in handen
zeggen veel therapeuten aan het eind van de opleiding, maar het blijkt al snel dat het in de routine
van ’t dagelijks werk verdwijnt.
De AOS en de VDV blijven ook bestaan, zij zijn niet direct afhankelijk van het centrum,
maar doen hun eigen ding en daar zijn ze goed in. De AOS krijgt de praktijkgegevens van
het centrum na afstuderen, voor opname in het kwaliteitsregister.
De VDV is de beroepsvereniging die de belangen behartigd van haar leden. De nieuwe
registerleden bij de AOS worden doorgegeven aan de VDV. De leden ontvangen een
lidnummer waarmee ze zich in kunnen schrijven als behandelaar en een AGB-nummer
kunnen aanvragen. https://www.vektis.nl/agb-register. Zowel de AOS, VDV als het
centrum hebben een paar keer per jaar een overleg. Er verandert in principe niets aan hun
rol binnen de driepoot.
Voor meer informatie van hun rol zie de doelstellingen en jaarrapporten, verslagen e.d. op
hun websites.
Na het tekenen van de overeenkomst met het NPi zou er gestart worden met meer
overleg met alle betrokkenen. Er is recent een eerste oriënterende bijeenkomst geweest
om de toekomst van de methode meer vorm te geven. Dit wordt vervolgd door centrum,
docenten, Raad van Advies en besturen AOS-VDV
Zij nemen de uitvoering van het onderwijs over en daar zijn ze goed in. Ze hebben meer
mogelijkheden dan wij, voor webinars en webcasts, voor digitalisering van het onderwijs,
voor organisatie van congressen en symposia, ook internationaal, en voor de PR, van
‘procesmatige adem en ontspanningstherapie’.
Maar ze laten de certificering aan het centrum over, die de AOS en VDV uitnodigt
daarvoor, die de certificaten drukt en klaarmaakt voor ondertekening door de Adviesraad.
De borging en relatie met de beroepsgroep laten zij ook over aan de betreffende organen,
AOS en VDV. De methode en de inhoudelijke opleiding zal regelmatig geëvalueerd worden
met centrum, docenten en Raad van Advies.
Het proces van onderbrenging bij het NPi is gestart door Irmgard, die de formele eigenaar
is van het centrum. Zij heeft diverse personen gevraagd langs te komen voor een gesprek,
waaronder Michael Schermer. Ik was onder de indruk van het enthousiasme van Michael
voor de opleiding en zijn bereidheid zich daarvoor vol in te zetten. Hij vroeg en kreeg
groen licht van zijn leidinggevenden op het NPi.
Ik werd aanvankelijk heel stil bij al deze en volgende stappen. Zoveel jaren voor mijn ‘kind’
gezorgd, vanaf 1981, bij mij thuis en vanaf 1993 buitenshuis en later bij de muziekschool
in Amersfoort en de Eenhoorn en de Observant was de opleiding een constante in mijn
leven. Nu was het tijd dat het kind volwassen werd en op eigen benen moest staan. Ik blijf
betrokken, maar kan zelf niet meer lesgeven voor een groep. Kleine groepjes bij mij thuis
kan nog wel, zo nodig. Vijf jaar na mijn grote herseninfarct heb ik geprobeerd de
organisatie vol te houden, vanuit het zelfbeeld als leider van het hele spul, maar vorig jaar
werd duidelijk dat het niet meer ging en trek ik mij meer terug.
Het deed mij goed dat de overdracht getekend werd door Irmgard en Tinus Jongert
(directeur van het NPi), die ik al jaren ken, in het bijzijn van Michael. Ik heb het volste
vertrouwen in hen en heb dit ook uitgesproken.
Vanuit het centrum is de opleiding van ‘docenten in opleiding’ in ontwikkeling en wordt aangestuurd door centrum en docenten en Raad van Advies. En Michael Schermer zal adviezen geven vanuit zijn ervaring bij het NPi.
Docenten gaan mee, docent i.o. kan instromen. Jaarlijks vindt een evaluatie plaats en het intellectueel eigendom blijft bij het centrum.
De VDV en AOS speelden aanvankelijk geen grote rol, totdat de overeenkomst in beeld kwam. Beiden hadden problemen met de toelating tot de opleiding (zie VDV nieuwsbrief). Van de AOS ontvingen wij een mail met hun vragen. Jan had berekend dat 50% van onze cursisten fysiotherapeut was en 10% logopedist en 10% oefentherapeut en 10% een psychologische achtergrond had, nog eens 10% was yogadocent en 5% waren degenen met een HBO-diploma voor lesgeven. Wij lieten allen toe, maar in de eerste overeenkomst was het beperkt tot therapeuten. Voor niet-paramedici zou door ons een andere weg gezocht worden. Dit nam een andere wending. Het NPi heeft als kernopdracht het zorgen voor scholing van therapeuten, maar bleek uiteindelijk ook open te staan voor niet-therapeuten met een HBO-diploma die tevens voldoen aan de PLATO-eisen. Bovendien organiseren zij al vele jaren diverse opleidingen, zoals Deel 1 van onze opleiding. Afgesproken werd dat zij accreditatie gaan aanvragen voor de hele opleiding. De overdracht werd uitgesteld en de overeenkomst herschreven met deze punten erin.